De overheid kan meer doen om de onbalans in de bezittingen en schulden van huishoudens aan te pakken. Dat vraagt maatwerk op de woningmarkt en bij de opbouw van pensioenen.
Dat concludeert De Nederlandsche Bank (DNB) vrijdag in een onderzoek naar de vermogensopbouw van huishoudens.
In de afgelopen decennia hebben Nederlanders veel meer vermogen opgebouwd via verplichte pensioenregelingen van werkgevers. Tegelijk is ook het huizenbezit flink gestegen. Dat laatste is gepaard gegaan met een forse uitbreiding van de hypotheekschulden. Zowel het verplichte pensioensparen als de toename van het huizenbezit hebben te maken met fiscale prikkels.
Het gevolg van dit alles is dat Nederlandse huishoudens per saldo zowel veel bezittingen als schulden hebben. Dat is te zien in onderstaande grafiek. (klik voor uitvergroting)
Het totaalplaatje laat zien dat als je alle schulden en bezittingen tegen elkaar wegstreept, er sprake is van een groot 'netto vermogen'. Maar sinds de kredietcrisis van 2008 zijn onvenwichtigheden tussen verschillende inkomens- en leeftijdsgroepen fors toegenomen.
Pensioen en hypotheekschuld
Grofweg is het zo dat de huidige generatie van 65-plussers veel vermogen bezit via de eigen woning omdat hypotheken vaak laag zijn of afbetaald; daarnaast heeft deze generatie ook veel pensioenvermogen opgebouwd naast de AOW-uitkering. Volgens DNB hebben sommige groepen ouderen hiermee eigenlijk veel meer vermogen opgebouwd dan nodig is om van te leven op de oude dag.
Voor jongere generaties geldt juist dat ze aan de ene kant hoge schulden moeten maken bij het kopen van de eigen woning. Vooral degenen die vlak vóór de crisis van 2008 een huis hebben gekocht hebben daarbij veel last gehad van de prijsdalingen op de huizenmarkt. Tegelijk moeten ook de jongere generaties verplicht pensioen opbouwen bij de werkgever, waardoor ze relatief weinig eigen spaargeld hebben.
Onderstaande grafiek geeft een beeld van de situatie op de huizenmarkt per generatie. (klik voor uitvergroting)
De Nederlandsche Bank pleit per saldo voor een verdere aanscherping van het huidige beleid om evenwichtigheden aan te pakken, en daarbij te kijken naar maatwerk voor verschillende inkomensgroepen en generaties.
Afschaffen voordeel eigen woning, pensioen hogere inkomens beperken
Concreet vindt DNB het wel verstandig als jongeren deels verplicht pensioen moeten blijven opbouwen bij de werkgever, zeker als het over lagere inkomensgroepen gaat.
Tegelijk vindt de financiële toezichthouder het niet verstandig als er op grote schaal huizen worden gekocht met geleend geld op basis van fiscale voordelen. De voordelen van de hypotheekrenteaftrek moeten dus verder worden afgebouwd en het verschil tussen kopen en huren op de vrije markt moet kleiner worden. "Op de langere termijn kunnen (...) de fiscale prikkels op huizenbezit verder worden afgebouwd waarmee de fiscale verplichting tot annuïtaire aflossing vanzelf komt te vervallen."
Om te voorkomen dat hogere inkomens in de toekomst te veel vermogen opbouwen voor hun pensioen via fiscale prikkels op de huizenmarkt en bij het verplichte pensioensparen, vindt DNB het raadzaam om vooral te kijken naar de fiscale facilitering van pensioensparen voor hogere inkomens. Die zou verder kunnen worden beperkt.
"Vooral voor huishoudens met hogere inkomens is het mogelijk de van overheidswege verplichte tweede pijler besparingen (pensioen via werkgever, red) terug te brengen", aldus het rapport.
Lees ook
Service-abonnement voor je hypotheek: goed idee?
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl